Het officiële thema van het jaarlijkse crossmedia-event Picnic 08 was dit jaar ‘Collaborative creativity’. Oftwel, hoe werk je samen (over nationale en mediale grenzen) om iets nieuws te creëren. Maar voor mij was het thema dit jaar de overgang van het digitale naar het persoonlijke, of van het virtuele naar het reëele.
Inspiratie in overvloed
Toegegeven, het is verleidelijk meesmuilend te reageren op het internetpubliek wat hier eens per jaar samenkomt maar eerlijk is eerlijk: Picnic 08 is ongelofelijk inspirerend. Op het Westergasterrein gonst het van de ideeën, creativiteit, futurisme, connectiviteit en visie. Als je een heatmap zou maken van het inspiratieniveau in Amsterdam zou het Westerpark een helderrode vlek zijn. En zo iets is precies het soort data-overlap waar de visionairen op Picnic 08 ons dit jaar mee confronteerden: data als extra laag op de echte wereld.
Augmented reality
Op de themamiddag ‘Augmented reality’ kreeg dit concept letterlijk vorm. De koppeling tussen de echte en de virtuele wereld, dus tussen reality en virtual reality heet augmented reality. Augmented, letterlijk ‘verhoogde’ realiteit, maakt de koppeling tussen de echte wereld en de dataverrijking die beschikbaar is online. Wat betekent dat? Nou, bijvoorbeeld dat je je mobiele telefoon met de camera naar een gebouw wijst , en je telefoon registreert je locatie, je kijkrichting en de kijkhoek en bepaalt daarmee waarnaar je kijkt. Die informatie kan gebruikt worden om via het internet een koppeling te maken met de informatie die beschikbaar.
Je kijkt metje camera naar het Louvre, dan meld een dergelijke applicatie je niet alleen de naam van dat gebouw, maar krijg je ook de mogelijkheid voor extra informatie, zoals de nieuwe expositie. Koppel dit met een intuitief micropayment systeem en je kunt meteen voor toegang betalen waarna je mobieltje middels een barcode op je schermpje het toegangskaartje wordt. In de toekomst wordt dit soort dataverrijking geprojecteerd op de binnenkant van een bril of zelfs contactlens, als nanotechnologie dat mogelijk maakt.
Het internet informeert de realiteit
Ook op andere gebieden zijn er talloze voorbeelden waarbij de grens tussen de realiteit en de virtuele wereld vervaagt. Het is niet de manier waarop de echte wereld wordt gedigitaliseerd, maar de manier waarop de echte wereld wordt verrijkt met digitale data. Het internet informeert de realiteit. Wat zien we met onze eigen ogen? Alleen het object, niet de data die er achter schuilgaat. In een museum kijken we naar een schilderij en genieten ervan.
Maar Hyves wil ons de mogelijkheid bieden om die informatie te delen met onze vrienden. In de auto zitten we met onze telefoon in onze zak. Maar die telefoon zendt ook data uit om andere gebruikers te vertellen hoe snel we rijden. Op die manier is je telefoon een crowdsourced, real-time informatiebron voor de files in het land.
Toepassingen ook voor niet internet-gerelateerde producten
Zelfs gewone producten, die niks met het internet te maken hebben, worden verbonden met de ‘data-laag’. Rafi Haladjian van Violet demonstreerde in een fascinerende presentatie zijn Mir:ror. De mir:ropr kan elk object verbinden met het internet door middel van een RFid tag. Wat heb je hieraan? Nou, plak een RFid tag op je pillendoosje en je kan dit object automatisch verrijken met extra data, zoals wanneer je het hebt ingenomen of achtergrondinformatie over de effecten. Elk object in je huis kun je een RFid tag geven. Dit gebruik je om extra data toe te voegen aan dit object, niet alleen zelf maar in collaboratie met anderen, iets waar het internet natuurlijk uitermate geschikt voor is.
CeNSE is bezig om door middel van nanotechnologie objecten in de echte wereld minuscule meetinstrumenten mee te geven. Zo kan een fabriek op tijd zien wanneer een pomp het dreigt te begeven, en niet pas als dit is gebeurd en het gif over de werkvloer stroomt. Maar ook de consument kan een product in de supermarkt scannen om te kijken wat de samenstelling is, en deze informatie dan weer delen met anderen.
De mens als informatietool?
De mens wordt door al dit toevoegen van informatie, het meten, taggen en anderzins verrijken van producten zelf een informatietool. Het totaal van deze informatie kan gebruikt worden door het totaal van de mensheid. Ook helpt deze context bij het creeëren van het ‘semantic web’: het nieuwe web waarbij elk woord een betekenis heeft, niet alleen voor de mens, maar ook voor bijvoorbeeld de zoekmachine die het categoriseert.
Wat betekent dit voor mij?
Allemaal vaag? Misschien. Allemaal irrelevant? Vergeet het maar. In de toekomst, voorspelt Gisel Hiscock, Director New Business Development EMEA voor Google, gaan meer mensen het web op via hun mobieltje dan via de computer. Negeer zo’n uitspraak maar eens als webshop. Ook de nieuwe vormen van interactie van mensen met hun producten en de crossover tussen realiteit en virtualiteit wordt buitengewoon relevant voor ecommerce. Tenslotte is de nog steeds toenemende groep mensen die actief deelneemt aan sociale netwerken (500 miljoen, and counting…) een niet te negeren fenomeen voor ecommerce partijen.
Meteen iets mee doen? Misschien niet, maar de slimme ondernemer stelt zich wel degelijk in op toekomstige ontwikkelingen. Amazon deed dat in de jaren ’90 al, en die hebben toch niet slecht geboerd. Tot volgend jaar Picnic 08(09)!