Er zijn verschillende oplossingen om uw productdata te beheren. Zo kun je kiezen tussen PIM, MRM, MDM, PDM, DAM en ERP. Maar wat betekenen deze afkortingen en waar staan ze voor? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen?
Een historisch overzicht…
In de traditionele retail is een Enterprise Resource Planning (ERP) systeem dé plek om product gegevens vast te leggen. Deze behoefte komt primair voort uit de noodzaak logistieke informatie over een product vast te leggen, zoals hoogte, breedte, inkoop prijs en voorraad. Op het moment dat een afdeling marketing of verkoop de producten onder de aandacht van het publiek wilde brengen werd deze informatie aangevuld met meer commerciële informatie veelal gebruik makend van Excel-sheets in combinatie met USB-sticks. Het resultaat was, en in veel bedrijven nog steeds is, dat data zich op een ongecontroleerde manier door de organisatie beweegt.
DAM – Digital Asset Management
Vanuit de behoefte om bij product gegevens ook afbeeldingen te kunnen tonen ontstond de behoefte product afbeeldingen gestructureerd op te slaan. Hiervoor werden de zogenaamde DAM systemen ontwikkeld. Naast product plaatjes kon hiermee ook ander product gerelateerd materiaal zoals productsheets en handleidingen in elk willekeurig formaat opgeslagen worden. Een synoniem voor DAM is MAM (Media Asset Management).
MRM – Marketing Resource Management
Naast de behoefte om typisch product gerelateerde gegevens en beeld materiaal te gebruiken, willen ondernemingen ook hun eigen huisstijl en visuele identiteit bewaken. Dit is de oorsprong van de zogenaamde MRM systemen. Branding is daarbij het keyword. Het stelt bedrijven in staat controle te krijgen over hun marketing en communicatie activiteiten.
PIM – Product Information Management
Binnen een PIM is het mogelijk complexe producten op een efficiënte manier te beheren. Bedrijven voeren producten die bestaan uit een groot aantal combinatie- en variatiemogelijkheden. De uitdaging is deze op een eenvoudige en eenduidige manier te communiceren naar diverse output kanalen zoals print en . Een belangrijk aandachtsgebied binnen een Product informatie management is het varianten beheer. Relaties en afhankelijkheden tussen producten is een ander belangrijk thema. Relaties tussen bijvoorbeeld reserve- of vervangende onderdelen, alternatieven, accessoires etc. kunnen binnen een PIM systeem gelegd en getoond worden.
Naast het gegeven dat producten eigen specifieke kenmerken hebben, is de trend meer en meer dat producten gekenmerkt worden door classificaties, al dan niet gebaseerd op internationale standaarden zoals GS1. Één van de krachtige middelen binnen een PIM systeem is de mogelijkheid om classificaties toe te kennen aan de producten.
PDM – Product Data Management
PDM doet verwachten dat het synoniem is met PIM. Het heeft echter een andere achtergrond dan PIM, Vooral in de meer technische omgeving wordt dit begrip gehanteerd. PDM is primair bedoeld om het creatie proces van producten te kunnen beheren en beheersen. Versiebeheer is hierbij sterk ontwikkeld.
MDM – Master Data Management
Om binnen een organisatie een permanente relatie te kunnen leggen tussen verschillende databronnen is een MDM systeem nodig. Het stelt B2B & B2C organisaties in staat op een centrale plek één consistent beeld te hebben van hun kritische bedrijfsdata. Het beperkt zich dus niet alleen tot product data. Het legt verbanden tussen diverse soorten data, zoals bijvoorbeeld product- en klantdata. De technologie zelf functioneert als middleware en geeft systemen een gemeenschappelijke plaats om te kunnen zoeken naar goedgekeurde data definities.
Wat past het beste bij mijn behoefte?
Deze vraag is feitelijk niet heel eenvoudig te beantwoorden. Sterker nog, zij roept tal van nieuwe vragen op. Waar komt de vraag vandaan? Is het een vraag vanuit de operatie, vanuit het management? Betreft het een invulling van een knelpunt dat snel opgelost moet worden? Komt de vraag voort uit een te volgen bedrijfsstrategie?
Alle genoemde toepassingen hebben een plaats binnen het totale speelveld. Het vergt een gedegen onderzoek om een juiste richting te bepalen. Vervolgens zal binnen de gekozen richting een specifiek product gekozen moeten worden. Hier zal op basis van specifieke requirements een selectie plaats moeten vinden.